Een voorstelling vol symboliek en emotie

‘Symbolen’ is een dansvoorstelling, uitgevoerd door de jongere dansers van NDT 2. Het is een ode aan de schilderijen van Jheronimus Bosch, schilderijen die vol staan met symboliek. De voorstelling bestaat uit 3 delen en elk stuk is gemaakt door een andere choreograaf. ‘Some other time’ van Sol León en Paul Lightfoot, ‘Humpback runner’ van Jiří Pokorný en ‘Out of breath’ van Johan Inger.

 

De dansvoorstelling heeft verschillende verhaallijnen en onderliggende gedachtes. De rode draad in het verhaal is de tijd. Het verloop van verleden, heden en toekomst. In het eerste stuk ‘Some other time wordt duidelijk aangegeven dat we naar het verleden kijken. Je ziet een danser tegen de klok in rennen. De titel geeft ook een hint naar het verleden. ‘Some other time’ verwijst naar een andere tijd, toen.

Aangezien het eerste stuk over het verleden gaat en we weten dat het laatste over de toekomst, de dood, wat nog niet is, gaat, zou je kunnen zeggen dat het tweede stuk ‘Humpback runner’ over het heden gaat. Humpback runner, wat gebochelde loper betekent, geeft aan dat je nu moet leven met alles wat je vroeger hebt meegemaakt. De bochel staat voor zware belastende dingen, alles wat je pijn en verdriet heeft gedaan.

Het laatste stuk ‘Out of breath gaat over hoe de dood zo dichtbij is, op de loer ligt en elk moment kan toeslaan. De choreograaf heeft dit stuk gemaakt in de tijd dat zijn dochter geboren werd. Dit maakte hem bewust van het feit dat het leven zo kwetsbaar en extreem breekbaar is, vanaf het begin. Dit wordt uitgebeeld in het stuk, de dansers balanceren tussen het leven en de dood. Ook de titel ‘Out of breath’ ofwel geen adem meer, uitgeput, geeft dit thema weer.  

 

Een thema van deze voorstelling is verleiding. In het eerste stuk ‘Some other time’ zie je een meisje die eerst heel liefdevol met een jongen danst en daarna met een ander, terwijl de eerste jongen toekijkt. Daarna gaat ze steeds weer van de een naar de ander, ze wilt de eerste jongen niet kwetsen, maar toch kiest ze niet volledig voor hem.

Een ander thema, die vooral in het tweede stuk voorkomt is overpeinzen. Het gaat over de gedachtes van het meisje, de groep dansers moeten haar gedachtes voorstellen die zo overhoop liggen, ze wordt van de ene kant naar de andere kant gesleurd en haar gedachtes proberen gezien te worden, maar tevergeefs.

 

Het samenspel tussen de dansers was erg afwisselend. De ene keer een solo, dan een pas de deux. Soms dansten de dansers in twee groepen dicht bij elkaar of waren er meerdere dansers die tegelijk hun eigen dans vormden. Omdat het samenspel niet steeds hetzelfde was, bleef het interessant om naar te kijken, elk samenspel vormde weer een nieuw stuk van het verhaal.

In ‘Some other time’ werd er vooral met z’n tweeën of alleen gedanst. Er was een zachte dansstijl met veel emotie. Er werd gedanst in lange lijnen met veel gebaren naar het gezicht. Dit gaf de emotie nog beter weer. In ‘Humpback runner’ werd er in groepen gedanst. De dansers waren een geheel. Ze zaten in een doorgaande flow, waar soms 1 danser uitging. Dan stond de danser los van de groep alsof hij er niet bij hoorde, een buitenstaander was. De dansers waren een met de muziek. Als de dansers in een groep heel dicht tegen elkaar dansten of elkaar vasthielden, verliep dit soepel en soms lagen ze allemaal boven op elkaar, maar toch lieten ze het er elegant uitzien. In ‘Out of breath’ stonden meerdere dansers op het podium die tegelijkertijd andere bewegingen maakten. Ondanks de verschillende bewegingen vormden ze met elkaar een geheel en was het verhaal goed te volgen. De thema’s zoals de naderende dood riepen heftige emoties op. Deze waren te zien aan de manier waarop er werd gedanst, van snel naar langzaam, van veel naar weinig beweging en vertragingen. Door bijvoorbeeld al die verschillende bewegingen, is er veel aan de hand, er zijn allemaal verschillende gevoelens.

Doordat het samenspel niet alleen in het stuk zelf verschilde, maar ook weer verschilde met de andere stukken, vertelden ze allemaal een ander verhaal en op een andere manier. Er werd in alle drie de stukken veel gebruik gemaakt van voetstappen en rennen als geluid, maar het werd ook ingezet als danspas. Dit had te maken met het uitbeelden van de tijd die verliep, maar ook met de emoties die aanwezig waren. Het heen en weer lopen geeft bijvoorbeeld stress weer. Ook stonden de dansers veel stil op het podium, terwijl andere dansers aan bewegen waren. Dit geeft het verloop van tijd weer waarop het ene moment eindigt en het andere begint.

 

Het decor van de voorstelling was heel simpel, maar maakte een duidelijk statement. Het was precies wat er nodig was om uit te beelden wat uitgebeeld moest worden, niet meer en niet minder. Je werd niet afgeleid door onnodige decoraties. Je kon je focussen op de dans en de attributen die er waren hielpen mee met het vertellen van het verhaal.

 

In ’Some other time’ werd er gebruik gemaakt van grote zwarte panelen die steeds op een andere manier werden neergezet. Ze leken te zweven over het podium. Dit zorgde voor steeds een andere ruimte en dus een andere sfeer. Ook zorgden ze voor een duidelijk verloop van het verhaal, een andere ruimte, dus een ander moment in het verhaal.

De grote zwarte panelen zorgden samen met het licht en de muziek voor een spannende, maar ook verdrietige sfeer. Het was helemaal donker in de zaal en in het midden van het van het podium scheen een fel licht, daar rondom stonden de grote zwarte panelen. Door gebruik te maken van een zo’n fel licht creëer je meteen een spannende sfeer. Het heeft hetzelfde effect als het vertellen van een spookverhaal. Je zit in een kring, helemaal in het donker en de verteller schijnt een felle zaklamp op zijn gezicht. De muziek had een langzaam ritme met lage tonen en veel herhaling van dezelfde tonen. De muziek gaf het stuk een hele verdrietige, trieste sfeer.

In ‘Humpback runner’ werd er geen gebruik gemaakt van een decor. Dit was ook niet nodig. De dansers vertelden zelf het verhaal. Doordat er geen decor was, werd je op geen enkele manier afgeleid. De muziek zorgde voor een griezelige sfeer. Het begon met enkele donderklappen, gevolgd door het versterkte geluid van marcherende troepen. Daarna kwam een soort zenuwslopend deuntje, afgewisseld met harde lage tonen. Het leek op het geluid van een kloppend hart als je zenuwachtig of bang bent. In dit stuk kwam ook als enige keer een lied met tekst voor. De tekst was erg belangrijk en vertelde eigenlijk een deel van het verhaal. Het ging over een relatie die stuk was gelopen. Dit had te maken met wat er in het vorige stuk was gebeurd, het meisje wat werd verleid door een andere jongen. Daardoor zal de relatie met de eerste jongen stuk zijn gelopen of heel slecht gaan. Ook hier werd gebruik gemaakt van een fel licht in een voor de rest donkere ruimte, wat weer die griezelige sfeer benadrukt.

In ‘Out of breath’ was er een decorstuk, een golvende witte muur die doet denken aan een half gezonken schip. Dit gaf goed het onderwerp van dit stuk weer: dat de lijn tussen leven en dood ontzettend klein is. De dansers maakten goed gebruik van dit stuk decor. Ze balanceerden over de rand van het ‘schip’ om die fragiele lijn nog duidelijker te maken en probeerden erover heen te klimmen of er omheen te rennen. De muziek, het geluid van violen gaf weer dat zenuwslopende gevoel, alsof er iets groots ging gebeuren. In dit geval zou dat dan de dood zijn.

 

De kostuums waren simpel, maar wel elegant en makkelijk om in te bewegen.

In ‘Some other time’ droeg iedereen zwart, de meisjes jurken en de jongens een broek met een bloesje of een blazer. De zwarte kleding zou kunnen staan voor dat het een donkere tijd was, waar fouten zijn gemaakt. Maar het liet niet heel duidelijk zien dat ze bewust voor deze kostuums hadden gekozen.

In ‘Humpback runner’ droegen de dansers wat meer uitgesproken kostuums. Ze droegen allemaal precies hetzelfde. Ze droegen een losse grijze broek met een lichtgekleurd bloesje, maar het allerbelangrijkste, felrode sokken. Die droegen de dansers niet voor niets. Rood staat meestal voor iets negatiefs zoals gevaar. Dat is ook hier het geval, de rode sokken beeldden jaloezie en woede uit. Dit heeft natuurlijk te maken met wat er in het vorige stuk gebeurde, het meisje werd verleid en de eerste jongen is dus bedrogen.

In ‘out of breath’ werd er weer zwart gedragen, maar de vrouwen droegen jurken waar toch een kleur in voor kwam, de ene rood/paarsachtig, de ander geel en de laatste blauw. Dit zijn de primaire kleuren ofwel de basis. Dit heeft te maken met het thema van dit stuk, het naderen van de dood en dat je weer teruggaat naar het begin, naar de basis.

 

Er wordt een spannende sfeer gecreëerd op het podium door de muziek en het licht. Door de hevige emoties die worden getoond in de dans en de getalenteerde dansers kun je je ogen niet van het podium afhouden. Als je het niet erg vindt dat de verhaallijn niet voorgekauwd op het podium wordt neergezet en je iets wilt hebben om over na te denken, of als je gewoon houdt van een prachtig stuk moderne dans en ballet, dan is deze voorstelling zeker een aanrader.

Door: Ilse Goossens