En ze leefden nog lang en gelukkig… of toch niet?
Into the woods is een musical van de veelbekroonde musicalcomponist Stephen Sondheim gebaseerd op het script van James Lapine, waarin de sprookjesverhalen van de gebroeders Grimm een bijzondere twist krijgen. Met een orkest van 15 man en een topcast met onder anderen Paul Groot, Brigitte Heitzer, Esther Maas, Wart Kamps en Lone van Roosendaal wordt na de successen op West End en Broadway deze sprookjesachtige en meeslepende musical ook in de Nederlandse theaters vertoond.
Into the woods is een musical die verschillende sprookjes bij elkaar brengt. Het begint allemaal bij een nieuw verhaal van een bakker en zijn vrouw die steeds maar geen kind kunnen krijgen. Ze komen erachter dat dit komt door een vloek die een heks heeft uitgesproken over de bakker zijn familie. Deze vloek kan gebroken worden als de bakker deze vier voorwerpen vindt: het haar zo goud als mais, de koe zo wit als melk, het kapje zo rood als bloed en het muiltje zo helder als glas. De eigenaars van deze vier voorwerpen zijn de hoofdpersonen van de sprookjes Assepoester, Sjaak en de bonenstaak, Roodkapje en Rapunzel. De bakker en tegen zijn zin in ook zijn vrouw, gaan het bos in om deze vier voorwerpen te vinden. Ze hebben geluk, want de sprookjesfiguren zijn in het bos te vinden. Sjaak omdat hij zijn geliefde koe moet verkopen, Roodkapje omdat ze naar haar oma moet, Rapunzel zit in haar toren en assepoester is met behulp van de vogels naar het bal geweest maar rent nu weg voor de prins, omdat hij niet mag weten wie ze echt is. De bakker en zijn vrouw komen erachter dat het nog niet zo makkelijk is om de voorwerpen in handen te krijgen wanneer ze ontdekken dat de voorwerpen andermans eigendom zijn. Toch doen ze er alles aan om het voor elkaar te krijgen. Ondertussen lopen de bekende verhaallijnen van de sprookjes door de zoektocht heen. Uiteindelijk eindigen de sprookjes zoals we ze kennen: ‘Ze leefden nog lang en gelukkig’ en de bakker en zijn vrouw heffen de vloek op. De bakkersvrouw wordt zwanger, de heks krijgt haar schoonheid weer terug en Witjeboe, de koe van Sjaak leeft. Eind goed al goed. Of toch niet? Het tweede gedeelte van de musical is wat deze musical bijzonder maakt, wat het anders maakt dan de ‘gewone’ sprookjes. Allereerst wordt de ene prins gek van Rapunzel die niet meer zichzelf is en de hele tijd overstuur is, Assepoester krijgt het idee dat zij niet het enige liefje van de prins is en de bakkersvrouw begaat een ‘buitenechtelijk vluggertje’. Dan komt er nog bij dat een woeste reuzin de mensen overspoeld met angst. Ze wilt wraak nemen, omdat Sjaak niet alleen van haar gestolen heeft, maar ook nog eens haar man vermoord heeft. Maar Sjaak is nergens te bekennen en zijn moeder vertelt niet waar hij is. Nu komt het erop aan in hoeverre iedereen bereid is om elkaar te steunen of voor eigen belang te kiezen en iemand op te offeren.
Het decor was erg primitief. Aangezien er een orkest van 15 man op het podium stond, was er niet heel veel ruimte meer om de musical op te voeren. Op de redelijk smalle strook voor het orkest speelde het verhaal zich af. Er waren een aantal paden vrij gemaakt tussen het orkest, zodat de acteurs er tussendoor konden lopen, om toch nog wat ruimte te creëren. Dit kleine oppervlak betekende echter niet dat het stuk er slechter van werd. De kleine ruimte gaf ook een soort rust in de chaos van al die door elkaar lopende verhaallijnen. Je kon je blik op een plek gericht houden.
Het bos werd uitgebeeld door middel van touwen die vanuit het plafond kwamen. Dit gaf zonder ook maar iets op bomen te lijken heel duidelijk het idee van een wirwar van bomen.
Er werd gebruik gemaakt van een paar rekwisieten. Zo was de koe, Witjeboe, van Sjaak gemaakt van hout en reed op wieltjes. Ook het bed van de grootmoeder van Roodkapje werd op een erg grappige manier neergezet. De wolf stond rechtop in het rechtopstaande bed, wat het idee gaf dat je van bovenaf naar hem keek. En ook de bonenstaak rees op een gegeven moment op uit de grond.
De kostuums waren ook erg eenvoudig. De meeste personages hadden een kledingstuk aan wat duidelijk maakte wie ze waren. Bijvoorbeeld de bakker en bakkersvrouw droegen gewoon kleding die je zelf ook in je kast zou kunnen hebben hangen met een schort erover heen. Maar dit hoort ook bij de personages die ze speelden. Een simpele bakker en zijn vrouw met een kinderwens. Er was niet meer nodig om de personages uit te drukken in de kleding. Sjaak droeg een simpele tuinbroek met regenlaarzen, dit beeldde duidelijk uit dat hij ook niet meer had. Roodkapje had niet de typische roodkapje outfit aan, met een rode cape. Ze was een soort modernere versie, met een rood mutsje, een rood bomberjack met een wit rokje, hoge witte laarzen en rode sokken. Ook de heks was geen typische heks. Geen grote neus, niet groen geschminkt, geen wratten. Ze had eerder een camouflage outfit aan met groene en bruine stoffen, alsof ze helemaal vies was geworden in het bos. Echter paste dit ook bij het personage, want ze was geen echte heks. Haar schoonheid was ingeruild voor lelijkheid en toverkracht en later draaide dit weer om naar schoonheid en geen toverkracht. De stiefmoeder en stief zusjes hadden allemaal een net iets andere outfit aan met panterprint en dit beeldde duidelijk het ordinaire uit. Kortom, de kostuums waren simpel, maar er was zeker goed over nagedacht.
In een musical wordt natuurlijk veel gezongen. De liedjes waren inhoudelijk zeker belangrijk voor het stuk. Ze vertelden voor een deel het verhaal. Het enige minpunt daaraan was dat er soms heel snel werd gezongen, waardoor de tekst soms niet te verstaan was. Zo miste je soms wel informatie, maar erg storend was dit niet. De zang was daarentegen loepzuiver. Het klonk prachtig in samenhang met het orkest.
Het orkest gaf een extra dimensie aan de zang, het klonk levendiger en indrukwekkender. De muziek ging van hard naar zacht, van langzaam naar snel, om zo steeds een verschillende sfeer aan te geven. Ook zorgde het orkest voor een aantal geluiden zoals de oorverdovend harde voetstappen van de woeste reus wat het stuk nog intenser maakte.
Het stuk bevatte veel humor, of het nu een grappige tekst was, een handeling of de manier waarop iets gezegd werd, er werd veel gelachen. Toch zaten er ook wat serieuzere, misschien zelfs volwassen onderwerpen in zoals de bakkersvrouw die een korte affaire heeft met de prins in het bos of de wolf die het heeft gemunt op de jonge roodkapje en roodkapje die hem eng vind, maar toch opgewonden wordt. ‘Ik ben bang, maar opgewonden.’
Ondanks dat het een aantal verschillende verhaallijnen waren die allemaal door elkaar liepen, was het goed te volgen. Het was een georganiseerde chaos, alles liep door elkaar, maar niemand liep elkaar in de weg. Wat het verhaal nog duidelijker maakte, was dat er een verteller was. Hij begeleidde het verhaal en dit gaf structuur aan het stuk.
De titel: ‘Into the woods’, oftewel ‘in het bos’ gaat er natuurlijk over dat het grootste deel van het verhaal zich afspeelt in het bos. De bakker en bakkersvrouw gaan het bos in om de vier voorwerpen te vinden, zodat ze de vloek van de heks kunnen breken en een kind kunnen krijgen. Als je deze titel hoort zonder verder te weten waar de musical over gaat, geeft de titel best een spannende indruk. Het klinkt eerder spooky dan sprookjesachtig. De titel geeft dus eigenlijk een beetje een verkeerde indruk, maar in het tweede gedeelte wordt dit toch weer een beetje waargemaakt.
Op het eerste gezicht lijkt het thema : wees voorzichtig met wat je wenst, het belangrijkste thema in het stuk. Aan het einde van het eerste gedeelte heeft iedereen namelijk gekregen wat ie wenste. Iedereen lijkt nog lang en gelukkig te leven. Maar in het tweede gedeelte krijgen ze een bezoekje van een boze reuzin en zie je dat wensen ook nare gevolgen kunnen hebben. Dat je dus moet oppassen met wat je wenst. Maar eigenlijk ligt de moraal nog iets dieper. De dingen die personages wensen zijn namelijk niet de raarste wensen. Sjaak hoopt dat zijn koe een keer zou melken, zodat hij en zijn moeder te eten konden krijgen. De bakker en zijn bakkersvrouw willen een kind en assepoester wilt alleen maar graag naar het bal. Deze wensen zijn zo gek nog niet. Echter gaat het nu om de manier waarop ze deze wensen willen vervullen. De bakker en zijn bakkersvrouw moeten bijvoorbeeld eigendommen van anderen stelen en ook Sjaak steelt van de reus die in de bonenstaak woont. Dit zijn geen morele en gepaste manieren. Doordat Sjaak stal van de reus, kwam de van de reuzin in het tweede stuk om wraak te nemen. Het tweede gedeelte gaat dus niet alleen over de wensen zelf, maar over de manier waarop die wensen werden vervuld.
De personages maken een ontwikkeling door en je komt erachter dat niet iedereen is wie die lijkt te zijn.
De bakker bereidt zich voor om zijn zoon te verlaten vanuit zelfmedelijden en onveiligheid, Roodkapje doodt de wolf en maakt een spektakel van het dragen van zijn huid, Sjaak doodt de reus en steelt een gouden harp die hij, noch zijn moeder in het bijzonder nodig hebben en de vrouw van de bakker pleegt overspel. Toch wordt het uitgevoerd op zodanige wijze dat deze acties acceptabel, begrijpelijk, en soms zelfs sympathiek lijken, wat typisch hoort bij een sprookje. Dit draagt ook weer een boodschap met zich mee. Aan de ene kant dat je je kunt vergissen in mensen en niet blindelings mensen moet vertrouwen, maar ook dat iemand misschien zwak en naïef lijkt, maar sterk uit de hoek kan komen. Roodkapje lijkt een schattig meisje, maar na de gebeurtenissen met de wolf staat ze sterker in haar schoenen, weet ze meer en wil je geen ruzie met haar maken.
Gedurende de musical komen er motieven naar voren die verdergaan dan de normale vlucht van verbeelding. Niet alleen de lieflijke sprookjes met een moraal. Er is al snel de verleiding om die te vergeten en alleen na te denken over het ‘ze leefden nog lang en gelukkig’. Maar dit zijn lessen die je niet zomaar zou moeten vergeten, ze vormen de ruggengraat van dit stuk.
In de kern gaat ‘Into the woods’ niet zozeer over de fantasie als dat het gaat over de werkelijkheid.
Als je houdt van een voorstelling vol met humor, zang, een prachtig orkest en ook nog een verhaal met een moraal dan is ‘Into the woods’ zeker een aanrader.


Maak jouw eigen website met JouwWeb